Uitgangspunten
Hoe werkt het programma?
Om het concernprogramma in de praktijk zo goed mogelijk te laten werken, spreken we een aantal dingen af. Deze werkafspraken sluiten natuurlijk aan bij de werkingsprincipes in de organisatieregeling en bij de ontwikkeling die we met het programma voor ogen hebben. Zo organiseren we opgavegericht, gaan we uit van collectieve sturing en gaan we op een warme en zakelijke manier met elkaar om.
Programmatische aanpak
We hebben gekozen voor een programma voor alle activiteiten die we te doen hebben om onze organisatie verder te ontwikkelen. Daarmee zorgen we ervoor dat we de vele acties niet los van elkaar benaderen, maar vanuit gezamenlijkheid oppakken. Dit geeft duidelijkheid over het geheel en zorgt voor samenhang tussen de diverse onderdelen, inhoudelijk en in de aanpak. We organiseren een gezamenlijk afgestemd proces. De resultaten worden vastgelegd bij het deel van de organisatie dat daarvoor verantwoordelijk is.
Met deze aanpak willen we ook de verbinding vasthouden tussen de ‘organisatieontwikkeling’ en de ‘lopende organisatie’. De concerndirecteur is overall verantwoordelijk voor het totale programma, maar de uitvoering van alle activiteiten gebeurt door de hele organisatie heen onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van het concernmanagement. Zo past een programmatische aanpak goed bij de principes van de opgavegerichte organisatie.
OGO: Opgavegericht organiseren en collectieve sturing
Met het concernprogramma brengen we de principes van de opgavegerichte organisatie in de praktijk. Daarbij staan 2 uitgangspunten centraal:
- We denken en werken in opgaven en opdrachten: de manier waarop we ons werk organiseren en sturen op onze opdrachtenportefeuille is door een proces van programmering, prioritering en matching;
- Collectiviteit in de samenwerking: de samenwerking tussen de verschillende ‘geledingen’ van de organisatie gebeurt op basis van collectiviteit: Directieteam, Personeelsdomein en Opgavendomein vormen het gezamenlijke stuur van de organisatie.
In een onderzoek naar de werking van die principes heeft de opdracht Sturen en verantwoorden een belangrijk uitgangspunt voor onze organisatie vastgesteld: collectieve sturing. Collectieve sturing vormt de basis van de opgavegerichte organisatie en gaat over de samenwerking tussen de verschillende rollen die binnen OGO zijn omschreven. Elke rol draagt met een eigen verantwoordelijkheid bij aan de sturing van het geheel. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, dus we gaan het komende jaar verder met elkaar invullen hoe dit in de praktijk werkt.
Daarmee staat in OGO de samenwerking tussen de rollen centraal in plaats van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in hiërarchische zin. De processen om werkzaamheden te organiseren en rollen om samenwerking aan te sturen, komen zo in de plaats van de oude hiërarchische structuur.
Vertrouwen is de basis voor collectieve sturing. Iedere kapitein bestuurt zijn eigen schip en samen vormen we een vloot. Vertrouwen groeit, doordat we minder controleren en overnemen en meer op elkaars professionaliteit varen en ieders deskundigheid respecteren.
“Vertrouwen is de basis voor collectieve sturing. Iedere kapitein bestuurt zijn eigen schip en samen vormen we een vloot.”
Het collectieve verhaal is de drager van onze organisatieontwikkeling
De lerende en opgavegerichte organisatie die we willen zijn vraagt om aandacht, passie, professionaliteit en eigenaarschap. We stimuleren en versterken de stemmen van de organisatie die daarin onze waarden laten zien: in woorden en vooral in daden.
- Laat zien wat je doet (show don’t tell)
- We gaan uit van consent, niet van consensus
- We werken samen in en aan een warme en zakelijke cultuur
- Fouten maken mag (als je ervan leert)
- We vertrouwen elkaar
- We tonen lef en maken keuzes!

Warme zakelijkheid
Warme zakelijkheid staat voor een goede balans tussen mens- en resultaatgericht werken. De balans tussen richting en ruimte geven. Zacht en met gevoel als daar behoefte aan is, duidelijk en besluitvaardig als het nodig is. Warmte betekent aandacht en empathie. Je benoemt het als dingen goed gaan, tegelijk ben je duidelijk en concreet over wat je verwacht van collega’s. Je stuurt bij als het niet goed gaat en houd je jezelf en je collega’s aan de afspraken. Het motto dat we hierbij hanteren is: uitspreken - bespreken – afspreken – aanspreken (UBAA).
Ook daarvoor geldt dat we het komende jaar met elkaar gaan ontdekken hoe we dit doen. Want een cultuur veranderen doe je samen, en dat gaat niet over één nacht ijs.

“Het motto dat we hanteren is: uitspreken - bespreken – afspreken – aanspreken (UBAA).”